Wachtenden die zich onbespied wanen, fascineren me. Ik kijk graag naar het aarzelen, dralen en vertragen, wanneer mensen kwetsbaar zijn, plotseling stilvallen of het even niet weten. Zowel in openbare ruimtes (zoals wachtkamers, treinperrons en wachtrijen), als in hun privé-ruimtes.
Het kan het me ontroeren, wanneer iemand tijdens een gesprek, ineens weifelt of hapert, midden in een zin blijft steken of met z’n blik in het plafond verdwijnt in de hoop daar ergens een antwoord te vinden op een vraag.
Op dat precieze moment raakt schaamte aan onbevangenheid, niet-weten aan creativiteit, tragiek aan humor. Hier loeren openhartigheid, nieuwsgierigheid en geestigheid. Hier woont het oordeel niet, maar verwondering, schoonheid en plezier, een vrijplaats voor theater.